Tijdens mijn reis door Egypte werd ik getroffen door de schoonheid en symboliek die de Oude Egyptenaren ons hebben nagelaten.
Egypte, het enige land dat door de kracht van zijn religie de goden naar de aarde heeft gehaald, als voorbeeld voor heiligheid en devotie. Goden, in boven- en onderwereld, met onbegrijpelijke namen, die eruitzien als dieren of mensen met een dierenkop.
Indrukwekkende graven, tempels en piramiden langs de Nijl, met hun wonderschone voorstellingen en hiëroglyfen.
Het belangrijkste in de wereldvisie van de Egyptenaren was dat de orde en chaos in balans waren, geholpen door de talrijke goden en godinnen. De Farao was hun bemiddelaar op aarde, de link tussen de sterfelijke en goddelijke wereld. De unieke kijk van de Egyptenaren op leven en dood en kosmos, waarop ze een cultuur bouwden die meer dan drie millennia standhield.
Bij mijn werk: het hart van de overledene wordt gewogen door Anubis. Het hart in de éne weegschaal, de veer (Maat) in de andere. Bij een mens die goed had geleefd, bleef de weegschaal in balans. De uitslag werd opgeschreven door Thoth.
Gevleugelde kerkramen boven het altaar.
Egyptische prinses.
De eeuwige grote Bark gemaakt van goud, zilver, brons en ceder. De kompas wijst de reizigers de weg.
Anubis, de god van mummificatie en de necropool.
De scarabee of mestkever die uit de ondergrond komt gekropen, terwijl hij zijn mestballetje tussen zijn poten verder rolt, is een perfecte metafoor voor het opduwen van de zonnebol, vanuit de onderwereld tot aan de horizon. De bal bevat de larven van de kever, die uitgebroed worden voordat ze te voorschijn komen en wegvliegen. Voor de Egyptenaren symboliseerde deze wonderlijke daad het vermogen van de zonnegod Chepre (zelfschepping). De scarabee komt veel voor in de verzameling sieraden van Toetanchamon. Diverse scarabeeën die de zonneschijf dragen wat het eeuwige leven symboliseert.